Welke woorden worden gebruikt

Een aantal jaren geleden werd ik door dr. Henk van Harten gevraagd zijn psychologisch model te vercommercialiseren. De twintig jaar daarvoor had hij op de Universiteit van Utrecht zijn ideeën daarvoor verder uitgewerkt. Die ideeën ontstonden kort na het verschijnen begin jaren zestig van documentatie over de Rationeel Emotieve Therapie (RET) van Albert Ellis. Honderden studenten hadden Henk op de universiteit in de loop van de jaren geholpen bij zijn onderzoek.

Zijn model, dat hij Rol Diagrammatische Aanpak (RDA) noemde, was uitgebreid. De kern was een assenstelsel waarmee je het gedrag van twee personen na regelmatige interactie kon voorspellen. Daartoe moest je eerst bepalen welke basisrol de personen hadden in het contact. Daarbij werd onderscheid gemaakt tussen effectieve en niet-effectieve rollen en rollen daar tussenin. Bij niet-effectieve rollen kon je stellen dat een persoon dat gedrag altijd, in elk contact, had. Het waren  min of meer psychiatrische rollen als hysterisch en manisch. Bij de effectieve rollen kon het gedrag van een persoon verschillen per contact. Voorbeelden waren zelfbewust, onafhankelijk, loyaal.

Henk had verschillende methoden ontwikkeld om de rol van iemand te bepalen. En dat was direct één van de problemen waarmee ik werd geconfronteerd. Hij had ook medicijnen en filosofie gestudeerd, had vrijwel alle therapeutische bevoegdheden gehaald en zo meer. Met zijn uitgebreide kennis groeide het model. Na elke sessie die ik met hem had om het model te doorgronden, dacht ik dat ik het begreep. Ik zag de lijnen waarlangs ik zijn model op de markt kon brengen. Maar de daaropvolgende sessie waren er weer nieuwe dingen aan toegevoegd. Persoonlijk vond ik dat buitengewoon interessant, maar het was een ramp voor de marketeer in me die het model moest vercommercialiseren.

Ik ben na al die jaren nog steeds enthousiast over het RDA-model van Henk. Vanmorgen moest ik er weer aan denken. Want één van de methoden om te bepalen welke rol iemand speelt is te letten op welke woorden worden gebruikt, hoe iemand iets verwoord. En dat doen niet alleen psychologen, maar ook rechercheurs van de politie.

Liegen en ondervraging

Een rechercheur kan bijvoorbeeld aan een verdachte Tjakka-persoon vragen: ‘ben jij medeplichtig aan de brand van één van jouw eigen huizen?’.

Normaal zou iemand die er niets mee te maken heeft antwoorden ‘Nee, daar heb ik niets mee te maken’ of iets van die strekking. De verdachte kan ook wat agressiever antwoorden ‘Nee klootzak, ik heb daar niets mee te maken’. Andere mogelijke antwoorden zijn: ‘Ik ga mijn eigen huis toch niet in de fik steken’, ‘natuurlijk niet, ik heb een reputatie hoog te houden’ en dergelijke.

Maar een antwoord waarmee een verdachte zich, in mijn ogen althans, nog verdachter maakt is: ‘jullie hebben helemaal geen bewijs’. Dat is het antwoord van iemand die druk bezig is geweest zichzelf alibi’s te verschaffen, dwaalsporen te creëren en dergelijke.

Vanmorgen stond in het AD weer een bericht over de verdenkingen van medeplichtigheid aan brandstichting van die BN’er. Ik moest daarbij dus direct denken aan de uitgebreide en subtiele methode van Henk. De methode waarmee hij gevolgtrekkingen maakt uit welke woorden worden gebruikt.

Meer informatie:

Print deze pagina
Bovenstaand bericht is geschreven op 14 maart 2013 door in de categorie 2013, Algemeen

Vorige en volgende berichten

« Ouder: Nieuwer: »

Een willekeurig bericht

Ik schrijf op deze site over allerlei onderwerpen. Soms is het heel persoonlijk, soms vooral informatief of beschouwend. Hieronder een willekeurig bericht uit ruim 2000 berichten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *